Boekjaar en belastingwijzigingen in Nederland
26.05.2023Het is belangrijk voor elke belastingbetaler, en vooral voor een ondernemer, om constant op de hoogte te blijven van de fiscale veranderingen in het land. U kunt van tevoren op de hoogte worden gebracht van dergelijke wijzigingen, ook als ze alleen in de plannen van de regering staan. Hiervoor moet u goed inzicht hebben in de bijzonderheden van het wetgevings- en begrotingsproces in Nederland. Elke verandering op het gebied van belastingen gaat ver, van een wetgevend initiatief, een wetsvoorstel, tot de ondertekening van de wet door de koning en vervolgens de publicatie ervan in het Staatsblad.
Begrotingscyclus en begrotingsjaar
De begrotingscyclus is het proces van het voorbereiden, bespreken en goedkeuren van een begroting en vervolgens het bewaken van de uitvoering ervan. De begrotingscyclus omvat drie kalenderjaren. Binnen één kalenderjaar zijn er drie budgetcycli gemengd. Met name begrotingsdocumenten die aan het parlement worden voorgelegd, kunnen betrekking hebben op het afgelopen, lopende of volgende jaar.
De meest verzadigde budgetcyclus in het voorjaar. Het kabinet bespreekt de plannen voor de vorming van de rijksbegroting voor volgend jaar. Ondertussen bespreekt de Tweede Kamer* de lopende begroting en de rapportages van het afgelopen jaar.
Begin van het boekjaar
Het boekjaar begint op 1 januari. De ministers beginnen met de uitvoering van hun begrotingen en zetten de eerste stappen voor het opstellen van de begroting voor volgend jaar. Ministers stellen ook jaarverslagen op, die door de Rekenkamer worden beoordeeld.
Kaderbrief – Kaderbrief
Eind maart en begin april biedt de minister van Financiën de regering de zogenaamde Kaderbrief aan, waarin de hoofdlijnen en uitgangspunten voor de begroting voor het komende jaar zijn opgenomen. In het voorjaar en de zomer worden dan de budgetplannen verfijnd.
Om de kaderbrief te kunnen opstellen, ontvangt de minister van Financiën informatie van alle ministeries. Ze kunnen bijvoorbeeld meer geld nodig hebben voor een bepaalde taak en minder geld voor een ander doel. Ze kunnen ook geld vragen voor een nieuw plan. Daarnaast houdt de minister van Financiën rekening met de prognoses van het Centraal Planbureau (CPB) over de ontwikkeling van de Nederlandse economie. Kaderbrief niet openbaar gemaakt.
Verslagdag – Verantwoordingsdag
Op de derde woensdag van mei biedt de minister van Financiën het financiële jaarverslag van het Rijk over het afgelopen jaar aan de Tweede Kamer aan: in een speciaal koffertje, net als de rijksbegroting en de nota op Prinsjesdag. Het jaarverslag laat zien wat de overheid het afgelopen jaar heeft bereikt, wat er is gedaan en wat dat heeft gekost.
Op deze dag wordt ook door de voorzitter van de Algemene Rekenkamer een rapport aan de Tweede Kamer uitgebracht. Parlementariërs controleren of begrotingen correct worden uitgevoerd. Dit is een belangrijk moment voor parlementaire controle op het werk van de regering. Debat over de financiële jaarverslagen en rapporten van de Algemene Rekenkamer vindt half juni plaats. Na debatten in de Tweede Kamer bespreekt de Eerste Kamer ook de jaarverslagen - ministers moeten rapporteren aan beide Kamers der Staten-Generaal.
Voorjaarsnota – Voorjaarsnota
Uiterlijk op 1 juni legt het kabinet een voorlopige presentatie van de plannen voor het komende jaar voor aan het parlement in een tussennota genaamd Voorjaarsnota. Het beschrijft ook hoe de overheidsinkomsten en -uitgaven groeien, hoe de begroting voor het lopende jaar wordt uitgevoerd. Uit dit document kunt u allereerst kennis nemen van de plannen van de regering voor het komende jaar..
De behandeling van de Voorjaarsnota in de Tweede Kamer vindt plaats eind juni - begin juli, kort voor de zomervakantie. Als een ministerie meer geld nodig heeft dan het parlement heeft toegewezen, moet het een "aanvullende begrotingswet" voorstellen. Grote veranderingen worden echter zelden voorgesteld.
Prinsjesdag - Prinsjesdag
Deze jaarlijkse feestdag wordt gevierd op de derde dinsdag van september en markeert het begin van het parlementaire jaar. De vorst houdt de troonrede (Troonrede) tijdens een gezamenlijke vergadering van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat, en Minister van Financiën presenteert de rijksbegroting en miljoenennota – herziening van het begrotingsbeleid van de regering voor het komende jaar.
Als staatshoofd spreekt de Koning namens de Nederlandse regering de Troonrede uit. In zijn toespraak schetst de koning de stand van zaken in Nederland en de plannen van het kabinet voor het komende jaar. 'Leden van de Staten-Generaal', luiden de openingswoorden. De koning houdt een toespraak, maar hij schrijft die niet zelf: dat doen de ministers. Elke minister draagt bij.
Na een toespraak en de traditionele kreten van "Lang leve de koning, hoera, hoera, hoera", vertrekt de koning. Leden van de Tweede Kamer begeven zich naar de plenaire zaal, waar de minister van Financiën presenteert zijn portefeuille "op de derde dinsdag van september" (De derde dinsdag van september), waarin de rijksbegroting en de miljoenennota zijn opgenomen.
De Miljoenennota geeft de prioriteiten van het kabinet weer. Details zijn te vinden in aparte wetsvoorstellen* van ministeries. Voordat de regering haar voorstellen kan uitvoeren, moet het parlement ze overwegen en goedkeuren. In het najaar bespreken zowel de Tweede als de Eerste Kamer deze wetsvoorstellen. Sommige voorstellen worden gecorrigeerd en aangepast, andere worden verworpen en sommige worden onmiddellijk zonder wijzigingen aanvaard. Eventueel, Rekeningen die op Prinsjesdag worden afgekondigd, worden niet altijd wetten.
Voordat een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer wordt ingediend, doorloopt het een consultatieproces waarin relevante partijen als belangenorganisaties, experts en overheidsinstanties input leveren.
Algemeen debat – Algemene Politieke Beschouwingen (APB)
In het najaar bespreken Tweede en Eerste Kamer de begroting. U kunt het debat in de Tweede Kamer live volgen. Debatten duren zeker twee dagen en de media besteden er veel aandacht aan. Bij het APB zijn alle ministers, staatssecretarissen en gedeputeerden aanwezig.
Tijdens de APB spreekt de minister-president namens de regering. Voorzitters spreken namens hun partijen. Ze kunnen bezwaar maken tegen regeringsvoorstellen of om amendementen vragen. De Tweede Kamer kan de begroting wijzigen, maar de Eerste Kamer heeft daartoe niet het recht.
Goedkeuring van belastingwijzigingen in de vorm van wetten
Elke factuur voor belasting- en budgetwijzigingen doorloopt het volgende pad:
- Eerste lezing: het wetsvoorstel wordt ingediend bij de Tweede Kamer, waar het wordt behandeld. In dit stadium kunnen parlementsleden amendementen voorstellen.
- Tweede lezing: De Tweede Kamer stemt over het wetsvoorstel, inclusief eventuele amendementen die tijdens de eerste lezing zijn voorgesteld. Als het wordt goedgekeurd, gaat het wetsvoorstel naar de Senaat.
- Senaat: het wetsvoorstel wordt besproken en gestemd door de Senaat. Als de Eerste Kamer wijzigingen voorstelt, gaat het wetsvoorstel voor een tweede stemming terug naar de Tweede Kamer.
- Koninklijke Goedkeuring: als het wetsvoorstel door zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat wordt aangenomen, wordt het ter koninklijke goedkeuring naar de vorst gestuurd. Zodra de vorst het wetsvoorstel ondertekent, wordt het gepubliceerd in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden en wordt het wet.
Najaarsnota – Najaarsnota
Tot 1 december dient de minister van Financiën de Najaarsnota in - een tussentijdse rapportage over de uitvoering van de rijksbegroting door het kabinet in het lopende jaar. Het document bevat informatie over wat verrassingen en mislukkingen zijn geweest of wat te verwachten is. Daarnaast kan de minister voorstellen doen tot wijziging van de begroting.
Einde boekjaar
Het boekjaar eindigt op 31 december.
compromis
De begroting is altijd het resultaat van een compromis tussen vertegenwoordigers van verschillende partijen in parlement en regering. Het kabinet maakt een aantal interne afspraken die nodig zijn om in de toekomst alle processen die op een of andere manier met de begroting te maken hebben, goed te laten verlopen. Deze afspraken vormen de basis van het begrotingsbeleid van de regering.
De omvang van de overheidsuitgaven, de bevoegdheid van de regering om belastingen en uitkeringen te wijzigen en daarmee de parameters van de begroting worden vastgelegd in een regeerakkoord tussen parlementaire partijen. Alvorens een dergelijk document te ondertekenen, bestuderen de partijen die samen de regerende coalitie vormen economische ontwikkelingsprognoses voor de komende jaren.
Nu weet u wanneer en hoe de regering haar plannen voor belastingwijzigingen openbaar maakt. Lees onze nieuws – we praten over de belangrijkste van deze plannen.