139 landen van de planeet zijn het eens geworden over een minimumtarief voor het inkomen van grote transnationale bedrijven: dit zal 15% zijn. Dit maakt deel uit van een mondiaal optreden tegen belastingontduiking door bedrijven. Nooit eerder hebben dergelijke initiatieven zo’n brede steun gekregen.
Welke veranderingen verwachten bedrijven?
Er zal een minimumbelasting van vijftien procent gaan gelden voor bedrijven die een mondiale omzet van 750 miljoen euro of meer behalen. Als het land waar het inkomen wordt verdiend lagere belastingtarieven hanteert, zullen bedrijven het te weinig betaalde bedrag in het land van vestiging moeten betalen. Dat wil zeggen dat een in Nederland geregistreerd bedrijf dat in het buitenland winst heeft ontvangen en daarover belasting heeft betaald, bijvoorbeeld 10%, de overige 5% aan de Nederlandse begroting zal afdragen. Opgemerkt moet worden dat er in Nederland 3000 van dergelijke bedrijven zijn, en de regering van het land verwacht jaarlijks 466 miljoen euro extra aan de begroting te ontvangen.
Wat is de reden voor het invoeren van nieuwe regels?
Multinationale ondernemingen hebben hun activiteiten al lang zo gepland dat hun winstgenererende eenheden zich bevinden in landen met lage of geen inkomstenbelastingen. In feite maakten ze misbruik van een juridische maas in de wet om belastingen te ontduiken.
Landen met lage belastingen ontvingen betalingen aan de begroting uit inkomsten waar ze feitelijk niets mee te maken hadden. Ontwikkelde landen daarentegen werden van inkomsten beroofd. Het principe “Verhoog de belastingen, of wij doen het voor u”, dat de basis vormt van de internationale overeenkomst, werpt al zijn eerste vruchten af. De Verenigde Arabische Emiraten voeren voor het eerst een vennootschapsbelasting in. Bermuda, beschouwd als een klassiek belastingparadijs, overweegt ook de invoering van een vennootschapsbelasting van 15%.
Dit betekent dat bedrijven minder prikkels hebben om winsten te verschuiven naar landen met lage belastingen, en dat landen niet langer geïnteresseerd zijn in het aantrekken van bedrijven met lage belastingen. Omdat andere landen hun vennootschapsbelasting mogen verhogen naar 15%, verliezen landen met tarieven daaronder overheidsinkomsten. De implementatie van de nieuwe regels over de hele wereld zal naar verwachting ongeveer 220 miljard dollar aan nieuwe belastinginkomsten genereren.
Wat zeggen de critici?
Critici van het akkoord zeggen dat het weinig ten goede komt aan de ontwikkelingslanden, en daarin hebben ze gelijk. Laagbelastende rechtsgebieden zullen geen inkomsten kunnen genereren uit activiteiten waarbij zij niet betrokken zijn. De nieuwe regels vereisen extra belastingadministratie: zo komen er in Nederland 65 nieuwe ambtenaren aan. Sommige ontwikkelingslanden kunnen dergelijke uitgaven niet betalen.
Staten met grote economieën zullen het meeste profiteren van de nieuwe regels. Vanuit het perspectief van inwoners van ontwikkelde landen zoals Nederland is dit heel eerlijk.
Bedrijven zijn echter ook actief en maken winst in rechtsgebieden waar hun inkomstenbelastingen hoger zijn dan het minimum. Nu zullen internationale bedrijven extra middelen aan administratie moeten besteden en kosten moeten maken voor het verzamelen en organiseren van de gegevens die nodig zijn om naleving van de vereisten aan te tonen. Vermoedelijk zullen deze kosten worden doorberekend aan de eindgebruikers van goederen en diensten.
Wanneer treden de nieuwe regels in werking?
De wereldwijde minimumbelasting wordt van kracht op 1 januari 2024. Medio 2024 begint de Belastingdienst met het verwerken van de eerste belastingaangiften over 2025.
Om er zeker van te zijn dat de belastingaangifte correct wordt ingevuld, adviseren wij rechtspersonen boekhoudkundige diensten bestellenen voor particulieren belastingaangiften indienen via Nalog.nl.
Publicatiedatum: 15.09.2023
