Per 1 januari 2023 zijn er nieuwe fiscale aangifteregels ingevoerd voor exploitanten van digitale platformen zoals Airbnb, Uber en Marktplaats. Zij moeten voortaan informatie over hun verkopers en dienstverleners delen met de Belastingdienst. De vraag is of de Belastingdienst voldoende middelen heeft om al deze gegevens te verwerken.
EU-richtlijn DAC7
De regeringsplannen voor 2023 om belastingontduiking tegen te gaan, hebben we al besproken писали over de implementatie in Nederlands recht van de bepalingen van de EU-richtlijn DAC7. Het doel is om te voorkomen dat digitale platforms een concurrentievoordeel behalen ten opzichte van traditionele bedrijven. Digitale platforms profiteren van dit voordeel door de inkomsten van hun verkopers en dienstverleners niet te rapporteren.
Exploitanten van online platforms moeten uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar informatie over verkopers en transacties op een bepaald platform verzamelen, verifiëren en indienen bij de belastingdienst. De verzamelde informatie wordt vervolgens automatisch doorgestuurd naar andere landen, wat resulteert in een automatische uitwisseling van gegevens over digitale bedrijven tussen de belastingdiensten van EU-lidstaten.
DAC7-bepalingen zijn van toepassing op exploitanten van online platforms:
- verhuur van onroerend goed (residentieel en commercieel) in een EU-lidstaat;
- voertuig verhuur;
- dienstverlening;
- verkoop van goederen.
Welke van de verkopers / dienstverleners is niet geïnteresseerd in de belasting?
Het maakt voor de meldplicht niet uit of de verkoper als ondernemer of particulier gebruik maakt van het platform, of de verkoper winst maakt of verlies maakt. In feite geldt de verplichting voor alle gebruikers, met uitzondering van enkele categorieën uitzonderingen:
- overheidsinstellingen;
- beursgenoteerde bedrijven;
- verkopers met minder dan 30 relevante acties tijdens de verslagperiode met een tegenwaarde van minder dan 2000 euro*.
*Let op: De laatste voorwaarde is alleen van toepassing als het gaat om de verkoop van goederen en niet om het verlenen van persoonlijke diensten of het huren van voertuigen.
Welke informatie moeten exploitanten van digitale platforms rapporteren?
We hebben het over vrij gedetailleerde informatie over hun gebruikers: naam, hoofdadres, (eventueel) geboortedatum, btw-nummer, BIC-code van de bankrekening (BIC-code van de bankrekening), BSN-nummer, totaal inkomen van het kwartaal en het nummer van bijbehorende acties.
Prognoses voor implementatie in de praktijk
Volgens experts van het FD (Het Financieele Dagblad) kunnen er door het bestaan van uitzonderingen problemen ontstaan bij het opzetten van ICT-systemen. NOB-belastingadviseurs (de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) hebben twijfels over de naleving van de AVG-regels voor gegevensverzameling. Exploitanten van digitale platforms hebben gewacht op meer duidelijkheid over de regels, en nu ze instellingen wijzigen, is er geen garantie dat ze het niet allemaal opnieuw hoeven te doen.
De vertegenwoordiger van de internationale organisatie van financieel adviseurs PwC vraagt in hoeverre de Belastingdienst de verstrekte gegevens daadwerkelijk gaat gebruiken voor verificatie: “Studies tonen aan dat Europese Belastingdienst nog zeer beperkt gebruik maakt van informatie verkregen onder vergelijkbare regels”. De vraag is of dat voor DAC7 anders zal zijn. De vertegenwoordigers van de Belastingdienst merken op hun beurt zelf op dat de implementatie van de innovatie aanzienlijke middelen vergt.
Publicatiedatum: 13.01.2023