Startpagina Gemeen Hoe de voordelen zullen veranderen in N...

Hoe de uitkeringen in Nederland veranderen in 2023: nieuwe cijfers

De Staatscourant heeft de laatste gegevens over de berekening van sociale uitkeringen gepubliceerd. De berekeningen zijn uitgevoerd in overeenstemming met de methoden, gebaseerd op de verandering in de minimum ...

De officiële krant van Nederland, de Staatscourant, gepubliceerd up-to-date gegevens over berekeningen van sociale uitkeringen. De berekeningen zijn uitgevoerd volgens de methoden, gebaseerd op veranderingen in het minimumloon. Voor sommige wijzigingen moet nog worden gewacht op de desbetreffende wetgevingsbesluiten of ministeriële besluiten. In dit artikel zullen we het hebben over veranderingen in aantallen die van invloed zijn op het doel en de omvang van uitkeringen. 

Wijzigingen Participatiewet

Dit is een wet ter ondersteuning van mensen die niet of zonder werk zitten. Een van de doelen van de goedkeuring van de wet is om te helpen bij het vinden van werk, ook voor mensen met een handicap. 

Conform de Participatiewet (Deelnemenwet) veel cijfers die van invloed zijn op de toekenning van vergoedingen zullen veranderen:

Hoofdstuk 3. Algemene bijstand § 3.2. Algemene bijstandsnormen

Deze vorm van hulp wordt verleend aan alleenstaanden en gezinnen als hun inkomen lager is dan deze uitkering en burgers geen vermogen hebben om te kunnen leven zonder een beroep te doen op overheidssteun. Het werkelijke bijstandsbedrag is het verschil tussen inkomen en wettelijke normen.

Artikel 20. Jeugdnormen

Voor personen jonger dan 21 jaar en zonder kinderen:

  • Voor singles - 295,20 euro (was 272,02); 
  • Voor gehuwde paren waarvan beide echtgenoten de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt: 590,40 euro (was 544,04); 
  • Voor gehuwde paren waarbij een van de echtgenoten de leeftijd van 21 heeft bereikt en de andere niet - 1149,240 euro (was 1059,04).

Voor personen jonger dan 21 jaar met kinderen:

  • Voor alleenstaande ouders - 295,20 euro (was 272,02); 
  • Voor gehuwde paren waarvan beide echtgenoten de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt: 932,02 euro (was 858,85); 
  • Voor gehuwde paren waarbij een van de echtgenoten de leeftijd van 21 heeft bereikt en de andere niet - 1490,86 euro (was 1373,85).

Artikel 21

  • alleenstaande of alleenstaande ouder - 1195,66 euro (was 1101,82 euro); 
  • gehuwde paren waarin beide echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt en gescheiden leven van andere oudere familieleden - 1708,08 euro (was 1574,03 euro).

Artikel 22a. Standaard kostendeling

Artikel 3. Voor paren waarvan de ene echtgenoot 18-20 jaar is en de andere 21 jaar of ouder en gemeenschappelijke lasten hebben, is de norm per kalendermaand: 

  • als ze kinderen ten laste hebben - 636,82 euro (was 586,83) plus de norm die geldt voor een echtgenoot van 21 jaar en ouder;
  • als ze geen kinderen ten laste hebben - 295,20 euro (was 272,02) plus de norm voor een echtgenoot van 21 jaar en ouder.

Artikel 23

Punt 1. Voor verblijf in een sociale instelling is de norm voor een kalendermaand:

  • voor alleenstaande of alleenstaande ouders - 378,62 euro (was 348,89); 
  • voor gehuwde paren - 588,93 euro (was 542,69). 

Punt 2. Het bedrag van de norm, bedoeld in het eerste lid, wordt onder een aantal voorwaarden verhoogd met:

  • voor alleenstaande of alleenstaande ouders - 30 euro (was 34); 
  • voor gehuwde paren - 50 euro (was 79). 

§ 3.4. Middelen

We hebben het over verschillende besparingen waarmee rekening wordt gehouden bij de beslissing of de toeslag al dan niet moet worden toegekend.

Punt 2.  Niet begrepen in het vermogen van de aanvrager van een uitkering:

  • een eenmalige of dubbele toeslag van maximaal 2934 euro (was 2699) per kalenderjaar, als deze bijdraagt ​​aan de werkgelegenheid van de bijstandsontvanger; 
  • deel inkomen uit werk (tot 25% van dit inkomen), maximaal 246 euro (was 226) per maand;
  • inkomen uit werk van een alleenstaande ouder (tot 12,5% van dit inkomen), maar niet meer dan 153,38 euro (was 141,12) per maand;
  • inkomen uit arbeid van een persoon met medische beperkingen ter hoogte van 15% van dit inkomen uit arbeid, maar niet meer dan 153,38 euro (was 143,12) per maand.

Artikel 33. Bijzonder inkomen

Artikel 5. Als een alleenstaande, een alleenstaande ouder of een echtgenoot de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, telt de ontvangen particuliere ouderdomsuitkering in de vorm van een periodieke uitkering niet mee voor het totale uitkeringsbedrag tot: 

  • voor een alleenstaande en een alleenstaande ouder: 25,15 euro (was 21,50) per maand; 
  • voor echtparen samen: 50,30 euro (was 43) per maand.

Artikel 34. Vermogen 

Punt 2(d): Bij de toekenning van de tegemoetkoming wordt geen rekening gehouden met de bezittingen behorende bij de woning met aangrenzende grond als deze minder zijn dan 64 (was 100) euro.

Artikel 3. De kapitaalgrens is: 

  • voor een alleenstaande: 7605 (was 6505) euro; 
  • voor een alleenstaande ouder: 15 (was 210) euro; 
  • voor echtparen samen: 15 (was 210) euro.

§ 4.1. Extra inkomensondersteuning 

We hebben het dan over mensen in bijzondere omstandigheden die extra kosten met zich meebrengen.

Artikel 35. Individuele en categoriale bijzondere bijstand 

Bijzondere bijstand kan worden geweigerd als de kosten die verband houden met bijzondere omstandigheden binnen 167 maanden niet hoger zijn dan 143 (was 12) euro.

Medezeggenschapswet, IOAW en IOAZ 

De IOAW-uitkering uit de Wet Toezicht Participatie IOAW en IOAZ (Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ), is bedoeld voor werklozen van 55 jaar en ouder en wordt aangesteld na een WW-uitkering. IOAZ is er voor zelfstandigen van 55 jaar en ouder die te weinig verdienen met hun bedrijf.

Artikel 15a. Compensatiebedragen aan centrumgemeenten voor hulp aan ondernemers in de binnenvaart

De kosten van de gemeenten voor onderzoek naar de omstandigheden van aanvragers van algemene bijstand en bijstand voor het voorzien in de werkkapitaalbehoefte van binnenvaartondernemers - mits het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van derden - moeten worden vergoed. Fondsen worden terugbetaald als niet meer dan:

  • 3305 euro (was 2827) voor een lang rapport en 1953 euro (was 1670) voor een verkort rapport over bijstand aan een gevestigde of startende zelfstandige;
  • € 1201,- (voorheen € 1027,-) voor een melding van hulp aan een vertrekkende bejaarde of zelfstandige.

IOAW Basisdefinitieverklaring

De basisbedragen uit het eerste artikel van de IOAW Principesverklaring zijn gewijzigd. (Regeling vaststelling grondslagen IOAW):

  • voor een gehuwde of geregistreerde werkloze van 21 jaar en ouder: 1892,86 euro (voorheen 1734,16);
  • voor een alleenstaande werkloze die bij volwassen familieleden woont: 946,43 euro (voorheen 867,08);
  • voor een alleenstaande werkloze: 1489,06 euro (was 1365,65).

Regeling vaststelling IOAZ-grondslag

In de Regeling vaststelling IOAZ-grondslag (Regeling vaststelling grondslagen IOAZ) veranderde ook de basisbedragen:

  • voor een ex-zelfstandige die gehuwd of geregistreerd partner is: € 1892,86 (was € 1734,16);
  • voor een alleenstaande ex-zelfstandige die bij meerderjarige familieleden woont: 946,43 euro (was 867,08);
  • voor een alleenstaande ex-zelfstandige: 1489,06 euro (was 1365,65 euro).

Regeling Wajongers toeslag 

Toeslagregeling Wajongers (Regeling tegemoetkomende Wajongers) biedt extra voordelen voor jonge (18-20 jaar) gehandicapten. In artikel 2 van deze wet zijn de uitkeringen gewijzigd:

  • voor een 18-jarige: 20,48 euro (was 18,59);
  • voor een 19-jarige: 19,67 euro (was 17,86);
  • voor een 20-jarige: 11,80 euro (was 10,71).

Wet op uitkeringen

Artikel 2 van de Toeslagenwet (Toeslagenwet) de inkomenscijfers die voor een uitkering in aanmerking komen zijn gewijzigd:

  1. Van degenen die getrouwd zijn of een partnerschap hebben, komen degenen die een inkomen hebben van minder dan 88,94 euro (was 80,74) per dag in aanmerking voor de toeslag.
  2. Voor alleenstaanden die gescheiden leven van volwassen familieleden:
  • 21 jaar en ouder: 63,40 euro (was 58,22) per dag;
  • op 20-jarige leeftijd: 48,99 euro (was 44,36) per dag;
  • op 19-jarige leeftijd: 35,70 euro (was 32,25) per dag;
  • op 18-jarige leeftijd: 29,22 euro (was 26,79) per dag.
  1. Voor vrijgezellen die bij volwassen familieleden wonen, is een inkomen van minder dan 40,30 euro (was 36,92) per dag vereist om de toeslag te krijgen.

De toeslag is het verschil tussen het reële inkomen en de in de wet genoemde bedragen. Personen jonger dan 18 jaar en gepensioneerden hebben geen recht op een uitkering.

Wet inkomenszekerheid ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-zelfstandigen 

In deze wetWet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte zelfstandigen) heeft artikel 5, waarin de voorwaarden voor het ontvangen van een uitkering staan, gewijzigd. In artikel 2 lid 5 staat nu dat gewezen zelfstandigen die de afgelopen drie jaar een gemiddeld jaarinkomen hebben gehad van minder dan 27 euro (was 493) mits het verwachte inkomen niet hoger is dan 27 euro (was 021) per jaar.

In artikel 4, vierde lid, is de hoogte van de grondslag voor toekenning van uitkeringen gewijzigd:

  • voor een ex-zelfstandige die gehuwd of geregistreerd partner is, is de helft van de netto-grondslag € 854,04 (was € 787,02);
  • voor een alleenstaande ex-zelfstandige is het netto 1195,66 euro (was 1101,82);
  • voor een alleenstaande ex-zelfstandige die samenwoont met meerderjarige gezinsleden is de netto grondslag € 854,04 (was € 787,02).

In artikel 8 zijn de inkomstenbedragen die niet in aanmerking worden genomen bij de toekenning van uitkeringen gewijzigd:

  • Inkomsten uit bestaand vermogen tot 167 euro (was 116). Als maatgevend inkomen wordt rekening gehouden met 142% van het bedrag aan vermogen dat het genoemde bedrag overschrijdt (lid 920, artikel 5);
  • Inkomen uit werk niet hoger dan 389,66 euro (was 359,20) per maand (lid 3, artikel 8);
  • Inkomen uit arbeid van een alleenstaande ouder niet meer dan 243,1 euro (was 227,79) per maand (artikel 9, artikel 8);
  • Inkomen uit arbeid van een persoon met een handicap maximaal 247,07 euro (was 227,79) per maand. (Sectie 11, Artikel 8).

Wet inkomenszekerheid ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikten werklozen

In deze wet (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) veranderen de bedragen in de volgende posten:

  1. Artikel 5 lid 3 en 5 lid 4: de berekeningsgrondslag voor uitkeringen is:
  • voor werklozen van 21 jaar en ouder die gehuwd of geregistreerd partner zijn, is de helft van de netto-grondslag 854,04 euro (was 787,02);
  • voor een alleenstaande werkloze die bij volwassen familieleden woont, bedraagt ​​de nettogrondslag 854,04 euro (was 787,02);
  • de grondslag wordt zo bepaald dat deze gelijk is aan 1195,6 euro (was 1101,82) netto per werkloze van 23 jaar en ouder.
  1. Artikel 8, lid 1, 8, lid 5 en 8, lid 7: Voor de berekening van de uitkering tellen de volgende bedragen niet mee als inkomen:
  • zes maanden inkomen uit werk, maar niet meer dan 389,6 euro (was 359,20) per maand;
  • inkomen uit arbeid van een alleenstaande ouder, maar niet meer dan 243,11 euro (was 225,74) per maand, gedurende een aaneengesloten periode van niet meer dan 30 maanden;
  • inkomen uit arbeid van iemand met medische beperkingen, maar niet meer dan 247,07 euro (was 227,79) per maand. 

Als eerste op de hoogte zijn van belangrijke wetswijzigingen? Blijf op de hoogte van nieuwe berichten op Nalog.nl!

Publicatiedatum: 21.12.2022
Tags:

Nieuwsbrief abonnement

Open een BV in Nederland

Open een BV in Nederland

Turnkey bedrijfsregistratie.

Meer>
Krijg een consultatie

Krijg een consultatie

Wij adviseren over zakelijke en fiscale zaken in Nederland, maar ook over privéaangelegenheden

Meer>
logo nalog

Wat vind je van deze site? ​

Het doel van uw beroep?

Voer geen persoonlijke informatie in, zoals naam, burgerservicenummer of telefoonnummer. Wij reageren niet op vragen, opmerkingen en klachten die via dit formulier binnenkomen.

annulering