Het toezicht op Griekenland, dat 12 jaar heeft geduurd, werd beëindigd. De meeste politieke beloften die het land aan de eurozone heeft gedaan, zijn nagekomen. Griekenland heeft effectieve hervormingen doorgevoerd en heeft niet langer meer toezicht nodig, zei Europees commissaris voor economie Paolo Gentiloni.
Tijdens de economische crisis van 2008 raakte Griekenland al snel verstrikt in gigantische schulden. Van 2010 tot 2018 werd het land effectief ondersteund door andere landen van de eurozone en het Internationaal Monetair Fonds. Om een faillissement te voorkomen, ontving Griekenland 290 miljard euro aan leningen in het kader van drie steunprogramma's.
De steun was echter niet gratis - internationale instellingen legden Griekenland een streng bezuinigingsbeleid op. In 10 jaar tijd is de economie van het land met een kwart gekrompen, terwijl het Griekse gezinsinkomen met een derde is gedaald.
De financiële situatie van het land is nog steeds precair. De Grieken hebben de hoogste staatsschuld van de hele eurozone, de kredietwaardigheid van de staat blijft laag. De rentetarieven waartegen leningen worden verstrekt zijn hoger dan voor Italië. Grieken worden zwaar getroffen door inflatie.
De afschaffing van de strikte EU-controle op de Griekse financiën betekent niet een snelle stijging van het inkomen van de bevolking van het land. Het minimumloon ligt nog steeds op € 713 en veel Grieken worstelen om rond te komen. Dit is echter een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van het land.
Publicatiedatum: 05.09.2022
