Nederland is een fietsland. Het is dan ook niet meer dan normaal dat de overheid een alomvattend "fietsbeleid" heeft ontwikkeld dat gevolgen zal hebben voor werkgevers, gemeenten, ontwikkelaars en vele anderen. Staatssecretaris van Infrastructuur en Watervoorraden Vivian Heijnen wil de komende 2,5 jaar 100 mensen op de fiets naar het werk.
"Fietscultuur"
Er zijn meer fietsen in Nederland dan mensen 22 miljoen (de bevolking van het land is 17,4 miljoen mensen). Onder de vervoermiddelen die Nederlanders gebruiken, vormen de fietsen ongeveer een kwart.
Fiets productie
Uit nieuw onderzoek blijkt dat de productie, verkoop en verhuur van fietsen Nederland 13 fulltime banen oplevert. Deze banen zijn verspreid over 000 bedrijven. In 3 verkochten Nederlandse bedrijven 350 miljoen fietsen, waarvan de meeste in het buitenland – de totale export van de sector bedroeg bijna twee miljard euro. Nederland verdient steeds meer geld in het buitenland: de export is tussen 2020 en 1,2 met 2015% gestegen.
In plaats van een auto
Bijna de helft van alle autoritten in Nederland is korter dan 7,5 kilometer. Dit is de afstand die veel mensen op de fiets kunnen afleggen. Wel is een auto voor een rit van 3,7 km populairder dan een fiets. Terwijl steeds meer mensen thuiswerken, zal de congestie tijdens de spits de komende jaren naar verwachting toenemen.
Met de fiets kun je een bijdrage leveren aan het voorkomen van milieuproblemen en bespaar je ook op files en drukte in het openbaar vervoer (dit laatste is enorm belangrijk met het oog op de mogelijke terugkeer van het coronavirus).
Incentives voor werknemers
De wenselijke verklaring van staatssecretaris Heinen fietsen 100 mensen ouder dan 000 jaar ondersteund door echte stimuleringsmechanismen. Heinen streeft ernaar dat zoveel mogelijk werkgevers hun werknemers vanaf volgend jaar een fietsvergoeding aanbieden. 21 cent per fietskilometer.
Fietsparkeren bij treinstations
Veel mensen die met de trein naar hun werk of naar andere bestemmingen reizen, pendelen van huis naar het treinstation en terug op de fiets. Om fietsen aantrekkelijker te maken voor je woon-werkverkeer is het van groot belang om bij elk station goede fietsparkeerplaatsen te hebben.
Ook een ouder die op een bakfiets springt om de kinderen naar school te brengen, moet de bakfiets dan veilig naast het platform kunnen parkeren. De regering zal toewijzen 50 miljoen euro voor verbetering fietsparkeren bij stations.
Fietsroutes
Staatssecretaris Heinen benadrukt de noodzaak om samen met provincies en gemeenten een landelijk dekkend fietsnetwerk op te bouwen. Dit zijn routes over lange afstanden waarop je snel en veilig kunt fietsen. Dit zijn bijvoorbeeld reizen tussen twee nederzettingen naar werk of school. Om deze taak te volbrengen, zal de regering 6 miljoen euro per jaar.
Oplossen van sociale problemen
In Nederland wordt actief gebouwd aan woningen, maar de ontwikkeling van infrastructuur houdt niet altijd gelijke tred met de komst van nieuwbouw. Met name voor bewoners van nieuwe woonwijken is het soms lastig om bij OV-haltes en treinstations te komen.
Twee keer per jaar gaat de staatssecretaris in gesprek met vertegenwoordigers van de regio om te onderzoeken waar naast het openbaar vervoer en de auto de fiets ook kan bijdragen aan de bereikbaarheid. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat trekt de komende jaren 7,5 miljard euro uit voor de aanleg van fietspaden. Om de nieuwe woonwijken te verbinden met treinstations en andere vervoersknooppunten, zal ergens een nieuw fietspad moeten worden aangelegd, en ergens - een extra fietstunnel.
Fietsen voor kinderen met een laag inkomen
Ondanks de grote liefde van Nederlanders voor fietsen, kan niet iedereen het zich veroorloven om ze te kopen. Gezinnen met een laag inkomen hebben niet genoeg geld om fietsen voor hun kinderen te kopen. Fietsen verbetert echter niet alleen de gezondheid, maar biedt ook een zekere mate van vrijheid voor het kind - hij kan bijvoorbeeld alleen naar school gaan of vrienden bezoeken.
Daarom omvat het "fietsbeleid" van de overheid de oplossing van het fietsprobleem voor kinderen met een laag inkomen, evenals de organisatie van hun training om te fietsen.