Per 1 juni 2023 veranderen de regels voor tussentijdse beëindiging van contracten met elektriciteits- en gasleveranciers. Deze informatie wordt geplaatst op de website van de overheid.
De veranderingen zullen gevolgen hebben voor consumenten met relatief kleine aankopen. Dit zijn huishoudens, zelfstandigen, winkels, kleine verenigingen, publieke organisaties en kleine bedrijven.
De gewijzigde regels voor vergoeding bij opzegging van energiecontracten gelden alleen voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas - en alleen voor contracten afgesloten na 31 mei 2023. Voor eerder gesloten overeenkomsten gelden de oude regels: bij eerder opzeggen van de overeenkomst dan de vastgestelde datum betaalt de consument een vast bedrag (van 50 tot 125 euro).
Volgens de nieuwe regels staat de hoogte van deze vergoeding niet vast en is het afhankelijk van de hoogte van de verliezen die de energieleverancier lijdt doordat het contract vroegtijdig wordt beëindigd. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van:
- het volume van de gecontracteerde, maar niet ingewisselde energiebron;
- het verschil in de kostprijs van het middel (elektriciteit of gas) vermeld in uw contract en de kostprijs van dit middel onder de contracten die de leverancier momenteel aangaat.
De nieuwe regels voor het berekenen van vergoedingen gelden alleen voor contracten met een vaste looptijd en een vaste prijs van de geleverde energiebron. Voor andere contracten wordt de vergoeding voor tussentijdse beëindiging van het contract niet in rekening gebracht.
Rekening houdend met het feit dat het weinig zin heeft om aflopende contracten voor de levering van gas en/of elektriciteit te beëindigen, moeten we stellen dat consumenten die contracten voor de levering van energiebronnen eerder willen beëindigen, een vergoeding zullen moeten betalen leveranciers grotere vergoedingen dan voorheen.